De zaak waar het in dit boekje om draait is: hoe staan wij tegenover het bloed des Kruises...?
De apostelen kregen al het verwijt tijdens hun prediking: jullie willen het bloed van deze Mens over ons brengen.. Wat hebben wij daarmee te maken?
Maar zelfs voor ons geldt het nog, dat het in elke preek gezegd kan worden: u bent degene die Jezus gekruisigd hebt; uw handen zijn bevlekt met het bloed van Gods eigen Zoon.
In het boekje behandelt Horatius Bonar wie er schuldig staan: Israël, de wereld, maar het gaat verder dan dat. Het wordt ook persoonlijk.
Elke hoorder van het evangelie is schuldig aan het bloed, totdat hij zich tegen de daad verklaart en de Gekruisigde voor zijn/haar Zaligmaker en Heere erkent.
Wij worden gesteld voor de vraag: wat denk je van Zijn dood? Wat denk je van het bloed?
Bonar stelt het scherp: het is of verwerpen, of aannemen. Er is geen tussenweg.
God heeft een geschil met de mens, en dan bedoel ik niet alleen de schuld van onze zonde. Maar vooral dit: Hij heeft het meest kostbare wat Hij had gegeven aan de wereld. En de vraag is: wat hebben wij ermee gedaan. Wat zou een houding van ondankbaarheid met Hem doen? Zou het niet een bijzonder hoge schuld zijn, als wij Zijn gave verachten? Als wij ons onverschillig tonen ten opzichte van Zijn grote liefde?
Bonar behandelt verder hoe mensen kunnen staan tegenover dit bloed. Vijandschap, haat. Of zijn we al opgeschrikt?
Het is ook kenmerkend hoe Bonar met woorden schildert dat Christus alleen genoeg is, en dat vanuit het voorbeeld van het bloed aan de deurposten bij de uittocht van Egypte: 'wilt u een ander lam slachten om het gebrek te vervullen?'
Ook houdt hij pastoraal rekening met tegenwerpingen en gevoelens: 'Maar ik zie het bloed niet.. Antwoord: als God het ziet, is het genoeg.'
Als God dan tevreden is met het bloed, zouden wij niet tevreden zijn? (Bonar citeert Flavel)
Waarom zoudt gij u afkeren van de milde liefde, die dat bloed verkondigt? (Bonar citeert John Brown)
Het boekje eindigt met een vriendelijke uitnodiging: heb deel aan de vrede, door dit bloed worden wij gewassen en gereinigd. Ga naar Hem, vertoon uzelf zoals u bent. Als zondaar. Niet zoals u wenst te zijn. En wijs Hem op het bloed. Stel het niet uit.
Laat niet de bloedschuld op u rusten, maar zie op het Lam!
'Het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde' (1 Joh. 1:7)
