Oproep tot gebed, of oproep tot geloof?

24-09-2025 19:26 - Reactie(s)

Horatius Bonar stond bekend om zijn directe, appellerende stijl in schrijven en preken. Hij riep zonder omwegen op tot geloof, omdat dit de Bijbelse opdracht is. Voorwaarden of geschiktheid achtte hij misleidend. Zo stelde hij dat onbekeerden niet tot bidden, maar tot geloven moesten worden aangespoord, omdat een ongelovig gebed God niet kan behagen.


 "Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen" (Hebreeën 11:6)
"En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde" (Romeinen 14:2)

Dit schijnt tot een controverse (twistpunt) geleid te hebben tussen Dr. Bonar en Dr. Thomas McLauchlan (https://en.wikipedia.org/wiki/Thomas_McLauchlan). Ik heb er online niet veel van terug kunnen vinden, maar kwam dit in onderstaande bronnen tegen.

In het boek over het leven van 'rabbi' John Duncan, wordt dit deze discussie ook aangehaald:

'Bonar had veel weg van de methode van César Malan, die de zondaar in de eerste plaats confronteerde met zijn ongeloof door Christus te verwerpen. Ook hij legde in zijn prediking de volle nadruk op de plicht van iedere zondaar om zonder uitstel tot Christus te komen. Duncan vond zijn leermeester en Bonar te eenzijdig; vooral de mening van Bonar om onbekeerden niet op te roepen tot het gebed stuitte hem tegen de borst. Met belangstelling volgde hij de discussie over dit punt tussen Bonar en Dr. M'Lauchlan. De laatste hield voor dat de onbekeerden in de eerste plaats moeten worden opgeroepen om te zoek en te bidden. Bonar was van mening dat een dergelijke oproep ruimte overlaat voor het ongeloof en vanwege het gevaar om heimelijk op eigen pogingen te rusten, was het zijn arbeid om alles buiten Christus als ongenoegzaam af te snijden, zodat hij de ozndaar alleen maar confronteerde met het kruis van Golgotha. Ducan: 'Ik word ziek van uitweindingen over het geloof, over de plicht om te geloven of om eerst te bidden om genade om te geloven. Als u kunt geloven zonder zulk een bidden, doe het dan, en als een mens voelt dat hij nodig heeft wat God alleen kan verschaffen, dan kunnen al de Bonars in de wereld hem niet van het bidden af houden. Ik denk dat er een punt van overeenstemming is. Ik veronderstel dat Dr. M'Lauchlan zal erkennen dat geloof een eerste plicht is en als Dr. Bonar een groot gedeelte zegt over het onmiddelijke geloof, gaat hij verder en bidt heel ernstig om de Heilige Geest.''

Bron: De Rotssteen van mijn hart, het leven van 'rabbi' John Duncan (1992, LJ van Valen)

Dominee P. de Vries heeft aan dit onderwerp ook eens een blog gewijd: https://drpdevries.com/2023/02/15/geloof-en-gebed/  

Deze woorden zijn ook in 1999 aangehaald op de Haamstede conferentie door De Vries.

Op zijn blog wijst P. de Vries ook op het gevaar van de uitspraak: 'bid er maar veel om'. Ongetwijfeld was de achterliggende intentie van deze uitspraak goed, maar het gevaar schuilt erin dat het lijkt alsof wij daarmee God tot barmhartigheid en genade zouden bewegen. Bovendien impliceert het een lange periode totdat God zal verhoren.

Anderzijds wijst P. de Vries ook op het gevaar van eenzijdigheid hierin van Bonar. Ook hierin schuilen gevaren. Stel dat iemand alleen denkt te mogen bidden als men geloof heeft (en men bijv. nog geen geloofszekerheid heeft)? En er schuilt een gevaar in van het onderbelichten van het nut van de middelen van genade (Bijbel lezen, gebed, etc.).


Dr. P. de Vries stelt (Document 'De betekenis van de toeleidende weg'): 

Mensen moeten zowel opgeroepen worden tot het gebruik van de middelen als tot het geloof. Door het horen van het Woord, het gebed enz. wil God Zijn genade aan mensen meedelen. We moeten ons wel hoeden voor het gevaar om eenzijdig de nadruk te leggen op het gebruik van de middelen. Is dat het geval, dan krijgen we een voorwaardelijk Evangelie. De oproep om onmiddellijk tot Christus te vluchten komt dan in het gedrang. (...) Wie eenzijdig de nadruk legt op het gebruik van de middelen, werkt eigengerechtigheid in de hand. Wie eenzijdig de nadruk legt op het geloof in Christus, loopt het gevaar een oppervlakkige godsdienst te kweken. (...) Er mogen nooit barrières op geworpen worden in het komen tot Christus.

We zien dat er ook veel vragen zijn omtrent dit onderwerp. Kan iemand opgeroepen worden tot iets wat hij niet van nature kan? ('Nee!', zeggen hypercalvinisten.) Wordt de directe oproep tot geloof niet tot een nieuwe wet? Behoort de oproep tot geloof tot de wet, of tot het evangelie? Hoe preek je dit correct? God als Eiser en als Gever? Eis en belofte? Wordt de focus niet te veel het geloof, in plaats van Christus? En: een oprecht gebed impliceert toch geloof, een uitgaande geloofsdaad?


Ook op Refoweb worden veel vragen gesteld over bidden en over de oproep tot geloof. Hier een citaat, in lijn met Horatius Bonar:

"De Bijbel zegt nergens dat we maar veel moeten bidden om geloof. Nee, de Schrift spoort ons aan om te geloven. Ongelovigen moeten niet bidden om geloof, maar moeten met berouw over hun zonde geloven in de Heere Jezus. De stokbewaarder vroeg: “Wat moet ik doen opdat ik zalig worde?” Het antwoord van Paulus was niet: “Bid om geloof”, maar: “Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden” (Hand 16:31)."


Delen -